De Reghtzaal
De Reghtzaal is wellicht de meeste imponerende en belangrijkste ruimte.
Bij het binnentreden via de twee grote openslaande deuren stuiten we op de plaats, waarachter de beklaagde tijdens een rechtszaak stond, tegenover hem (of haar) bevonden zich, in de zaal de schout en de schepenen van de Banne Westzaan.
De zaal heeft een plafond van stucwerk (let op de z.g. eierlijst) en is rijk aan versieringselementen.
De schoorsteenmantel is ook hier in de Lodewijk de XVI stijl uitgevoerd, boven de schoorsteen bevindt zich in de nis het beeld van de gerechtigheid; Vrouwe Justitia, hier zonder blinddoek omdat er uitsluitend civiel recht gesproken werd.
Boven en naast het beeld vinden we de wapens van de buurtschappen (toen nog geen gemeentes omdat Thorbecke’s gemeente wet van 1850 is).
De betimmering is zonder uitzondering in eiken uitgevoerd, op de panelen tussen de deuren en de binnenluiken bevinden zich een zestal, “Tropheën” alle met een lengte van circa zes voet.
Ze zijn allen aan de hand van een eerder goedgekeurde tekening, uit eikenhout vervaardigd en stellen voor:
- De Straf. (rechts van de schoorsteen)
- De Vrijheid. (links van de schoorsteen)
- De Wijsheid. (op noordmuur)
- De Godsdienst. (links van de hoofdingang)
- De Rechtsgeleerdheid. (rechts van de hoofdingang)
- De Eendracht. (op zuidmuur)
IJkkamer
De IJkkamer was in gebruik voor de “IJk”, het ijzeren ophang punt van de waag (weegschaal) is tijdens de restauratie op zolder gevonden en met gebruikmaking van de oorspronkelijke gaten weer teruggeplaatst.
Over de goederen die van buiten de Banne kwamen, moest belasting worden betaald, alles moest per boot over water worden aangevoerd omdat er in die tijd maar weinig wegen waren, alleen op de Hoge Dijk, langs het IJ was verkeer per paard en wagen mogelijk. De te wegen goederen werden door de deur in de oostgevel naar binnen gebracht en daar ter weging aangeboden, aan de hand van het gewicht kon verslag worden opgemaakt en kon belasting worden geheven.
De toegepaste kleur, genaamd “Ossenbloedrood” past goed bij het enigszins ruwe karakter van de vroegere werkzaamheden, de overige delen zijn in Bentheimer en grijs uitgevoerd.
De huidige, verhoogde vloer is uit deze eeuw, oorspronkelijk was de vloer bedekt met straatstenen (kleine klinkers).
De thans aanwezige aquarellen zijn van de hand van Westzaans bekendste schilders; de gebroeders Jansen en laten delen van het dorp zien die op veel plaatsen nog ongeschonden aanwezig zijn.
Het schilderij dat op de zuidwand hangt, (schilder onbekend) verbeeldt de bekende historie van Lambert Melisz, die met zijn moeder over het ijs naar Hoorn vlucht en daarbij aan de Spanjaarden probeert te ontkomen welke het dorp Westzaan belaagden en het grotendeels in brand hadden gestoken.
Te Hoorn is boven de Westerpoort een steen met een afbeelding van zijn vlucht en een bijbehorende tekst ingemetseld.
Weeskamer
De weeskamer was het onderkomen waar de klerken (schrijvers) stonden en waar de weesmeesters met de vroedschap vergaderden. Het vastleggen van de eigendommen van wezen was een omvattende taak, omdat een kind in die tijd al “wees” werd genoemd, wanneer het één van de ouders had verloren, het kind was bovendien tot de leeftijd van 26 jaar onbevoegd beslissingen te nemen.
Voor de meeste Westzaners zal de hulp van de weeskamer niet nodig geweest zijn, simpelweg omdat ze vrijwel zonder bezittingen waren. Er bestond overigens geen direct verband met het dicht bij ’t Reght Huys gesitueerde weeshuis.
De schoorsteenmantel is in Rococo stijl uitgevoerd, gemakkelijk te herkennen aan de asymmetrische krulvorm, de schoor- steenboezem is weer in Lodewijk XVI uitgevoerd en is versierd met de allegorische figuur van de civiele rechtspraak, geplaatst in een medaillon dat aan linten is opgehangen. Boven het medaillon het wapen van de Banne, eronder een pijlenbundel en boven het wapen van S. Jongewaard, palmtakken.
De wapens links en rechts van het medaillon zijn de wapens van weesmeesters:
- Pieter Pauw, weesmeester woonde in de Oosterbuurt (nu Zeilenmakersstraat)
- Poulus de Lange, koopman en weesmeester, was o.a. eigenaar van het pakhuis “Het welvaren” aan het Watermolenpad (achter het terrein Kerkbuurt 7).
- P. Pronk, de grote onbekende want over zijn identiteit is, naar mededeling van onderzoeker Nico Heermans, niets te vinden.
- Simon Simonides Jongewaard, zoon van de schout.
- Simon Jongewaard Junior, notaris, schout in de periode 1772- 1787 en van 1766 tot 1786 secretaris van de Banne Westzaan.
- Hendrik Christiaan Gobel, bijgenaamd “Hein de Draaier”, of “Schele Hein” was secretaris. Hij kreeg deze bijnaam omdat hij steeds andere politieke bazen diende, hij is later nog een keer uit Zaandam verjaagd, omdat hij te Frans gezind was, maar werd toch de eerste burgemeester van Zaandam.
” Hier ligt Schele Hein, een van draaijers bazen,
Die in de pleitzaal zich verdedigde met razen,
Dat hier zijn stinkend lijk in een grafkuil rot,
Is voor het beledigd volk een weldaad van hun God”. - Jan Spat, weesmeester, woonde Kerkbuurt 11 (huis van familie Kit) was jaren schepen en lid van de vroedschap.
- Pieter Fronken, weesmeester uit Wormerveer, reder in de walvisvaart en olieslager, stond bekend als “vergadertijger” zijn naam staat onjuist gespeld.
- Abraham Prins, vertegenwoordigde als weesmeester de belangen van Koog a/d Zaan.
Links en rechts van de schoorsteenmantel zijn werken van respectievelijk Chris en Willem Jansen.
Een groot schilderij van de hand van Willem Jansen toont het Weeshuis, dat nu op de Zaanse Schans staat (thans restaurant “De Hoop op D’ Swarte Walvis”).
Verder twee bekende prenten, welke de vernietigende val van de kerktoren op nieuwjaarsmorgen 1843 laten zien (het gezin van de timmerman, wonende in het kleine huis links van de kerk, vond daarbij de dood).
Oorspronkelijk waren aan de binnenzijde van de ramen draaibare luiken bevestigd (als in de Reghtzaal).
De voor het houtwerk toegepaste okerkleur is bij de laatste restauratie aangebracht (niet oorspronkelijk, maar des tijds wel een bekende kleur).
Interieur overig
INDELING VAN DE BEGANE GROND
De indeling van de begane grond wijkt slechts weinig af van de vroegere indeling.
De wanden die van Noord naar Zuid lopen, rusten op de oorspronkelijke plaats, van de andere wanden is met zekerheid de wand tussen de IJkkamer en het trappenhuis origineel. Waar zich nu, ten behoeve van de bruidjes en hun aanhang de “optuthoek” bevindt, was vroeger het turfhok. Daarachter, dat wil zeggen waar zich nu de keuken en de toiletten bevinden, was een kantoortje voor de ijkmeesters.
De huidige keuken is in “Zaans blauw” geschilderd (treffen we overigens in heel Noord-Holland en Friesland aan), de toilet groep is in “Bentheimer” tinten afgewerkt.
INDELING VAN DE BOVENVERDIEPING
De indeling van de bovenverdieping is sinds de bouw onaangetast gebleven.
De spiegel in het trapportaal is uit de tweede helft van de negentiende eeuw (te herkennen aan de enigszins overdadige “neo stijl”) en is afkomstig uit een bekend Zaandams huis, “Het huis de Cardinalen”.
Recht tegenover de spiegel (boven kapstok) hangt een werkje dat vervaardigd is als herinnering aan de festiviteiten van 1913, waarbij de bevrijding van de Franse overheersing (dan 100 jaar geleden) werd gevierd.
Boven de deur naar de burgemeesterskamer hangt het bord dat ons herinnert aan de eerste IJK (1783), naast bekende Westzaanse namen zoals Willem Bruygom Tip, vinden we ook de namen van enkele genodigden vanuit de omliggende dorpen, interessant is hier de verdeling van de macht: 3 Westzaners, 2 West-Zaandammers, 1 Koger, 1 Wormerveerder en 1 Zaandijker!
Deze verhouding hebben geleid tot veel onenigheid in het Bannebestuur, Westzaan was oververtegenwoordigd; bovendien woonde de schout ook nog (vanaf 1650) in Westzaan.
Links van de deur het schilderij dat ons mevrouw Aagje IJff toont, rechts van de deur voorts haar man Jacobus van Waert, een der laatste heelmeesters die in het dorp hebben gewoond en waar naar ook een straat is genoemd (overleden in 1881).
TRAPPENHUIS
Het trappenhuis is wederom in Lodewijk XVI stijl, de trap met gesneden leuning is van eikenhout en is origineel. Halverwege de trapopgang het bord van de dorpsomroeper dat tot in onze eeuw (ca. 1930) werd gebruikt en een lamp van het zogenaamde kaarstype (de wind heeft geen vat op de vlam), voorts een oude kaart van de gemeente Westzaan (na 1816)
BURGEMEESTERSKAMER
De burgemeesterskamer werd ook in vroeger tijden voor besprekingen met burgers gebruikt. Van belang zijn hier het plafond (vermoedelijk uit papier-maché vervaardigd) en de schilderijen.
Deze twee kleine schilderijen in de noord-oosthoek zijn de beeltenissen van H.C. Hooft-Hasselaar en zijn vrouw. Deze man zou de opvolger van Teunis Slagter worden, maar dat stuitte op weerstand bij mensen zoals Tip, omdat men het vervelend vond dat hij uit Den Haag kwam. Hij was meester in de rechten en dat gaf hem uiteindelijk een voorsprong, uiteindelijk werd hij, na twee jaar touwtrekken in 1852 officieel benoemd, terwijl hij de functie feitelijk al twee jaar bezette, zijn burgemeesterschap duurde tot 1867.
Aardig is nog wel te vermelden dat Hooft naderhand toch aanzien verwierf en alom gewaardeerd werd. Het ovale schilderij is de beeltenis van Teunis Slagter, wethouder vanaf 1803 en burgemeester van 1817 tot 1850.
Hij had veel nevenfuncties, (was bijvoorbeeld ook notaris) en dat kon na de gemeentewet van 1850 niet langer meer getolereerd worden, vandaar dat Hooft-Hasselaar benoemd moest worden. Het grote rechthoekige schilderij is de beeltenis van Cornelis Buys, wethouder en houthandelaar, wiens stoel (neo stijl genaamd “pompadoer”) ook in de kamer staat.
De tafel en de bijbehorende stoelen zijn een schenking van het Amsterdams Energie Museum.
De laatste vier burgemeesters van Westzaan zijn:
N. Vijlbrief (1951-1955)
- N. Vijlbrief (1951-1955)
- R. van Zinderen Bakker (1955-1960)
- P.B.J. Reeling Brouwer (1961-1969)
- F. Verstegen (1969-1972)